De gaskookplaat: welke types zijn er en wat zijn de voordelen?
Veel mensen hebben een uitgesproken voorkeur voor koken op gas. Ze beweren vaak dat het voedsel een betere smaak krijgt hierdoor, maar vooral de snelheid van koken en de uitermate goede regelbaarheid worden geloofd. Het aantal voorstanders van gaskoken is door de jaren heen sterk gegroeid vooral door de verbeterde veiligheid en gebruiksvriendelijkheid. Ook de stijging van de beschikbaarheid van aardgas heeft hiertoe bijgedragen. Lange tijd was koken op gas rendabeler dan koken op een elektrisch vuur. Door de verschillende revoluties in de technologie van elektrische kookplaten is het verschil, met een vitrokeramische kookplaat, miniem geworden.
De piëzo-ontsteking bestaat erin om een mechanische drukbeweging om te zetten in elektrische energie. Door de druk op de ontstekingsknop wordt een kwartskristal kortstondig samengedrukt. Wanneer de druk op het kwartselement wegvalt - door een veer - ontstaat er tussen de uiteinden van het kristal kortstondig een hoge elektrische spanning. Deze spanning wordt geplaatst tussen het uiteinde van de ontstekingskaars die zich vlak naast de brander bevindt en de metalen brander zelf. Door de hoogspanning ontstaat er een vonkoverslag tussen de ontstekingskaars en de brander. De kortstondige elektrisch geladen boog - vonk - ; die hierbij ontstaat ontsteekt het brandbare gas-lucht-mengsel. Bij een elektrische ontsteking wordt de vonk gecreëerd door een elektronische straling die de hoogspanning opwekt. Sommige hoogtechnologische gaskookplaten zijn zelfs uitgerust met wat men omschrijft als een automatische herontsteking. Hierbij wordt door de vlamdetectie of vlambewaking gecontroleerd of de vlam bij geopende gaskraan nog steeds aanwezig is. Is ditniet het geval dan wordt de elektronische ontsteking automatisch geactiveerd zodat de vlam weer aanslaat.
Het tweede type is een armer gas, ook wel Slochterengas genoemd, afkomstig uit Nederland. Dit gastype treft men voornamelijk aan in regio rond de as Antwerpen - Brussel - Charleroi. Propaan en butaan, beide gassen met een zeer hoge energie-inhoud worden dan weer enkel ter beschikking gesteld in flessen of gastanks. Het nadeel aan het gebruik van deze gassen is dat je geen continue toevoer hebt en zelf het niveau van je gastank moet bijhouden. Propaan en butaan worden in vloeibare vorm is de gasreservoirs opgeslagen. Bij het aftappen wordt de vloeistof gasvormig en stroomt via een drukregelaar naar de verbruiker. Propaan heeft een laag kookpunt, het kan dus altijd omgezet worden van vloeibaar naar gas. Butaan, daarentegen, kan enkel gebruikt worden bij een omgevingstemperatuur vanaf 5°C. In hun natuurlijke vorm zijn al deze gassen kleur- en reukloos. Vooraleer het bij de consument terecht komt wordt hier echter een geurstof aan toegevoegd die de typische gasgeur, die ontstaat bij een gaslek, karakteriseert.
Aansluiting
De aansluiting van een gastoestel is een punt waar niet lichtvoetig overheen kan worden gegaan omdat dit bijdraagt tot de veilige werking van het toestel. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen vrijstaande gastoestellen (gasfornuizen) en ingebouwde gastoestellen (kookplaten of ovens). In ieder geval raden wij aan om voor de installatie van een gastoestellen steeds beroep te doen op een erkend installateur. Hierbij toch enkele tips. Indien men een gastoestel wenst aan te sluiten aan een gastoevoer dan dient dit steeds te gebeuren door middel van een elastomeren slang. Kies steeds een gekeurd type slang en let ook steeds op de vervaldatum van de slang. Voor deze datum dient u de slang door een nieuw exemplaar te vervangen. Wat betreft de inbouwtoestellen dient de aansluiting steeds door een gekeurde metalen flexibele slang te gebeuren van het type RHT Résistant Haute Température en nooit middels een elastomeren slang.Branders
Het regelbereik van een gasbrander is beperkt. Bij een gasbrander met een groot vermogen is de minimumstand vaak te hoog om sommige gerechten klaar te maken. Er zijn dus verschillende brandervermogens beschikbaar waaruit men kan kiezen. Het vermogen van de gasbrander wordt bepaald door het inspuitstuk en de diameter van de brander. Het principe hoe duurder, hoeveel meer keuze tussen de vermogen geldt ook hier. Voor normale branders kan dit vermogen gaan tot 3000 watt, voor grotere branders gaat dit tot 5600 watt. Het aantal branders varieert en is afhankelijk van het merk en de aard van de kookplaat. Bovendien bestaan er verschillende types branders: men onderscheidt branders met één enkele branderring, dubbele ring tot zelfs een drievoudige ring. In het eerste geval is er slechts één vlammencirkel, in het tweede een dubbele en in het laatste geval zijn er drie vlammencirkels in één en dezelfde brander. Bij sommige types worden alle vlammencirkels gelijktijdig geregeld, bij andere kunnen de ringen afzonderlijk worden bediend, om zo een optimaal vermogensbereik te creëren.de ontsteking
De ontsteking van het gasvuur duidt op de manier waarop het gas effectief aan het branden gaat zodat er op het gasvuur gekookt kan worden. Deze ontsteking kan op drie verschillende manieren gebeuren. Aanvankelijk werden de meeste gasvuren manueel ontstoken. De gaskraan moest geopend worden en met een brandende lucifer werd de brander ontstoken. Tegenwoordig zijn de gaskookplaten voorzien van of een piëzo- of een elektronische ontsteking.De piëzo-ontsteking bestaat erin om een mechanische drukbeweging om te zetten in elektrische energie. Door de druk op de ontstekingsknop wordt een kwartskristal kortstondig samengedrukt. Wanneer de druk op het kwartselement wegvalt - door een veer - ontstaat er tussen de uiteinden van het kristal kortstondig een hoge elektrische spanning. Deze spanning wordt geplaatst tussen het uiteinde van de ontstekingskaars die zich vlak naast de brander bevindt en de metalen brander zelf. Door de hoogspanning ontstaat er een vonkoverslag tussen de ontstekingskaars en de brander. De kortstondige elektrisch geladen boog - vonk - ; die hierbij ontstaat ontsteekt het brandbare gas-lucht-mengsel. Bij een elektrische ontsteking wordt de vonk gecreëerd door een elektronische straling die de hoogspanning opwekt. Sommige hoogtechnologische gaskookplaten zijn zelfs uitgerust met wat men omschrijft als een automatische herontsteking. Hierbij wordt door de vlamdetectie of vlambewaking gecontroleerd of de vlam bij geopende gaskraan nog steeds aanwezig is. Is ditniet het geval dan wordt de elektronische ontsteking automatisch geactiveerd zodat de vlam weer aanslaat.
soorten gaskookplaten
Bij gaskookplaten is er een grote variatie in aantal pitten mogelijk. Het aantal vuren bepaalt ook de grootte van de plaat. De grootte van de pitten begint vanaf 45mm, de sudder versie, waarmee gerechten traag kunnen klaargemaakt worden in een kleine pot of pan. Een gaspit van 64mm wordt gezien als de standaard kookpit. Een diameter van 91mm zorgt dan weer voor een snelle bereiding van de gerechten. Een pit van 120mm wordt gebruikt voor extra grote potten en pannen of om zeer snel te koken. Bijvoorbeeld met een wokpan. Deze pitten zijn dan weer opgebouwd uit verschillende lagen brandringen. Hoe meer brandringen, hoe sneller er gekookt kan worden. Het prijskaartje loopt vaak gelijk met het aantal. Het principe van koken is bij alle kookplaten op gas hetzelfde, enkel het basismateriaal waarop de branderpitten zijn gemonteerd verschilt. De types van kookopvangplaten zijn roestvrijstaal, geëmailleerd staal,gehard glas of vitrokeramisch glas. De eerste twee verschillen echter weinig van elkaar en de keuze wordt gemaakt omwille van de look en feel van de ondergrond. Het verschil met glas is vooral het verschil in gebruiksgemak. Glas laat zich makkelijker reinigen dan staal. Ook biedt glas het voordeel dat het niet kan gaan roesten. Het vitrokeramisch glas onderschiedt zich van het geharde glas doordat het hittebestendig is. Gehard glas is dat veel minder. Hierdoor kan een brander in het vitrokeramisch glas worden geïntegreerd net zoals bij een metalen ondergrond. Bij een gehard glazen ondergrond zal rond de brander een metalen beschermring worden aangebracht om te vermijden dat het glas direct in contact komt met de hitte van de vlam. Beide glazen oplossingen zijn volwaardige alternatieven voor de metalen ondergronden maar toch dient men in acht te nemen dat ze minder stootbestendig zijn. De grootste revolutie in gaskookplaten is zonder meer het zogenoemd ‘gas-onder-glassysteem'. Hierbij wordt de brander niet bovenop het vitrokeramische glas gemonteerd, maar eronder. De vlam warmt dan eerst het vitrokeramische glas op, waarna het glas op zijn beurt de kookpot opwarmt. Het voordeel van deze technologie is het gemak in onderhoud, het nadeel ervan is dan weer dat de voordelen van gaskoken voor een groot stuk verloren gaan daar de reactiesnelheid en opwarmsnelheid van het systeem aanzienlijk dalen. Deze techonologie zit echter nog in zijn kinderschoenen en wordt daardoor nog niet in grote aantallen aangeboden.Soorten gassen
Koken op gas is koken op een primaire brandstof. Er zijn drie soorten gassen die in de keuken gebruikt kunnen worden. Aardgas, het meest bekende gas, wordt via een complex leidingsysteem direct bij de gebruiker binnengebracht. Daardoor is het zoals elektriciteit permanent beschikbaar en is men niet niet langer genoodzaakt om zelf gas in te slaan in flessen of een gastank. In België zijn twee soorten aardgas beschikbaar, al naar gelang de regio waarin men zich bevindt. Men onderscheidt het zogenaamd rijk gas dat voor het grootste deel aangeleverd wordt vanuit de haven van Zeebrugge.Het tweede type is een armer gas, ook wel Slochterengas genoemd, afkomstig uit Nederland. Dit gastype treft men voornamelijk aan in regio rond de as Antwerpen - Brussel - Charleroi. Propaan en butaan, beide gassen met een zeer hoge energie-inhoud worden dan weer enkel ter beschikking gesteld in flessen of gastanks. Het nadeel aan het gebruik van deze gassen is dat je geen continue toevoer hebt en zelf het niveau van je gastank moet bijhouden. Propaan en butaan worden in vloeibare vorm is de gasreservoirs opgeslagen. Bij het aftappen wordt de vloeistof gasvormig en stroomt via een drukregelaar naar de verbruiker. Propaan heeft een laag kookpunt, het kan dus altijd omgezet worden van vloeibaar naar gas. Butaan, daarentegen, kan enkel gebruikt worden bij een omgevingstemperatuur vanaf 5°C. In hun natuurlijke vorm zijn al deze gassen kleur- en reukloos. Vooraleer het bij de consument terecht komt wordt hier echter een geurstof aan toegevoegd die de typische gasgeur, die ontstaat bij een gaslek, karakteriseert.
Vlambewaking
Fabrikanten hechten steeds meer belang aan het veiligheidsaspect van de gaskookplaat. Het grootste gevaar ontstaat wanneer de vlam onopgemerkt dooft door tocht of het overkoken van een kookpot. Enkel de typische gasgeur kan in dit geval een signaal geven dat er iets mis loopt. Maar vooraleer men het opmerkt, kan er al een te grote hoeveelheid gas de keuken zijn ingestroomd: een kleine vonk kan dan al volstaan om een drama te veroorzaken. Vandaar dat er verschillende systemen van vlambewaking werden ontwikkeld. Het meest bekende systeem is het thermokoppel. Hierbij steekt ter hoogte van de vlammenring een metaal voelerpunt in de vlam. Door de warmte van de vlam zet een vloeistof in capillair uit. Dit capillair staat in verbinding met de gaskraan en houdt deze open zolang er wordt gekookt. Valt de vlam door een externe factor weg, dan koelt de voeler af, de vloeistof krimpt in en de gaskraan sluit automatisch. Een ander systeem dat meestal bij elektronisch gestuurde gaskookplaten wordt gebruikt is de zogenoemde ionische vlambewaking. Dit principe is erop gebaseerd dat ter hoogte van de gasvlam de lucht ioiniseert waardoor ze geleidend wordt. Deze geleidbaarheid wordt gemeten. Dooft de vlam dan verdwijnt dit effect en wordt de gaskraan gesloten.Vaak vindt men op elektronisch gestuurde gaskookplaten bovendien een restwarmte-indicator die weergeeft dat de brander in kwestie na het beëindigen van het koken nog warm is.